Voorafgaand aan dit resultaat werden de onderhandelingen een tijdlang geschorst, omdat de vakbond van mening was dat Weerwind als werkgever te weinig ambitie toonde om de problemen van rechters en officieren van justitie écht aan te pakken. Hierdoor zou de rechterlijke macht een minder aantrekkelijke werkgever worden. Vlak voor het verstrijken van het door de NVvR gestelde ultimatum kwam de minister met enkele toezeggingen, waardoor acties en werkonderbrekingen werden opgeschort.
Verkenner werkdruk
De cao heeft een looptijd van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2024. Op 1 juli 2022 gaan de lonen van rechterlijke ambtenaren met 2,5% omhoog, dus met terugwerkende kracht, met daarbovenop € 75,- bruto. Per 1 april 2023 stijgen de lonen met 3% en per 1 januari 2024 nog eens met 1,5%. Ook is er compensatie afgesproken voor werkdruk in de vorm van incidentele vergoedingen, opgeteld tot € 4.900,- (bruto, bij een volledige werkweek). Er is geen overeenstemming bereikt over een structurele regeling (in de vorm van tijd of geld) voor compensatie van het overmatige overwerk. De NVvR de minister stellen wel gezamenlijk een onafhankelijke verkenner aan om oplossingen te vinden voor de werkdruk en het overmatige overwerk. Deze verkenner heeft zes maanden om concrete aanbevelingen voor oplossingen te doen.
Inconveniëntentoeslag
Naast afspraken over salaris en werkdruk is er ook overeenstemming over andere onderwerpen. Zo gaat de werkgroep Veiligheid de veiligheid van rechterlijke ambtenaren verder in kaart brengen. De NVvR zet in op onder meer een inconveniëntentoeslag voor diegenen die hiermee te maken hebben. Gewerkte uren voor piketdienst kunnen daadwerkelijk worden opgenomen (tijd voor tijd). Ook stapt te sector Rechterlijke Macht, net als de sector Rijk, over van het Ikap-stelsel naar het Individueel Keuzebudget (IKB). Daarbij zijn de afspraken voor de overgang van de oude PAS-regeling naar het nieuwe verlofsparen in het voordeel van rechters aangepast. Verder worden gerechten en parketten opgeroepen om een maximale termijn van vier maanden aan te houden voor het aanvragen van verlof, en zijn er aanvullende voorzieningen afgesproken voor het faciliteren van thuiswerken.
‘Hoogst haalbare’
Volgens NVvR-voorzitter Marc Fierstra is dit resultaat het ‘hoogst haalbare’. “Verschillende problemen zijn opgelost zoals het in stand houden van de bestaande onkostenvergoeding, maar een structurele oplossing voor de hoge werkdruk en het overmatige overwerk is niet gevonden”, zegt hij op de website van de NVvR. Dat noemt hij ‘teleurstellend’.
Op 8 mei aanstaande stemt de Ledenraad van de NVvR over het onderhandelingsresultaat. Tot die tijd worden de leden van de NVvR geraadpleegd.
