Startersvrijstelling overdrachtsbelasting heeft uitsluitend politieke partijen van start geholpen

De startersvrijstelling overdrachtsbelasting werd afgeraden door zowel een onafhankelijk onderzoeksbureau als ambtenaren van het ministerie van Financiën. Deze ondoelmatige en contraproductieve regeling heeft uitsluitend politieke partijen een voordeel opgeleverd.

Delen:

(foto: Depositphotos-Alexraths)

Sinds 1 januari 2021 kent de overdrachtsbelasting de zogeheten ‘startersvrijstelling’ voor toetreders tot de woningmarkt tot de leeftijd van 35 jaar bij (vanaf april 2021) een woningwaarde van € 400.000. Achtergrond van de vrijstelling is om de positie van starters op de woningmarkt te verbeteren. Reeds vanaf het uitlekken van de voornemens voor een startersvrijstelling – toevalligerwijs in aanloop naar de verkiezingen – werd deze regeling echter sterk bekritiseerd. De startersvrijstelling zou niet alleen onuitvoerbaar zijn, maar tevens contraproductief uitwerken omdat deze prijsopdrijvend zou zijn.

Onlangs werd met een beroep op de WOB openbaar dat ook ambtenaren van het ministerie van Financiën kritisch waren ten aanzien van de maatregel en deze als onuitvoerbaar, ondoeltreffend en ondoelmatig betitelden. Aan deze ambtelijke bevindingen gaat een rapport van het onafhankelijke onderzoeksbureau Dialogic vooraf naar een vergelijkbare regeling. Weliswaar was deze niet identiek aan de startersvrijstelling zoals die sinds 1 januari luidt, maar de doelstelling (de positie van starters verbeteren) en vormgeving (tariefdifferentiatie) zijn gelijk. In het rapport werd geconcludeerd dat een differentiatie van de overdrachtsbelasting beperkt doeltreffend zou zijn.

Ondanks alle bedenkingen werd de startersvrijstelling met ongekende snelheid ingevoerd. Die snelheid bracht onder meer mee dat de regeling al vlak na inwerkingtreding tot uitvoeringsproblemen in de praktijk leidde. Binnen de kortste keren was een vraag en antwoordbesluit nodig waarin de startersvrijstelling aan de hand van maar liefst 45 (!) praktijksituaties moest worden toegelicht.

Ook vanuit ander oogpunt was de timing van de vrijstelling opmerkelijk. Duidelijk was dat de woningprijzen in die periode al zeer sterk waren opgelopen en dat een startersvrijstelling – als vraagsubsidie – alleen maar prijsopdrijvend werkt. De enige die daarvan profiteert is natuurlijk de verkoper. In de memorie van toelichting bij de Wet differentiatie overdrachtsbelasting – waarin ter dekking van de startersvrijstelling het 8%-tarief werd ingevoerd voor beleggers – wordt slechts zeer summier ingegaan op de reële kritiek met betrekking tot de doeltreffendheid en doelmatigheid van de startersincentive, die ook vanuit de Raad van State werd geuit.

Maar in verkiezingstijd zijn al deze signalen aan dovemansoren gericht en dat baart zorgen. De goedgunstige stem van de kiezer is kennelijk aantrekkelijker om naar te luisteren dan die van kritische deskundigen. Het resultaat is een politiek geslaagd, maar fiscaal mislukt instrument. Wat mij betreft zou het heroverwegen van de startersvrijstelling een van de eerste wapenfeiten van het nieuwe kabinet moeten zijn. En dan niet als een geïsoleerd onderdeel van een politiek geïndiceerde kunstgreep, maar als onderdeel van een integrale heroverweging van de vastgelopen vastgoedmarkt waarbij wél wordt geluisterd naar de inbreng van deskundigen van binnen en buiten het ministerie van Financiën.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven