Uitzondering op de mondkapjesplicht: eerlijk of niet?

Delen:

beeld: Depositphotos

Vanaf 1 december geldt in heel Nederland een mondkapjesplicht in openbare ruimtes. Maar mondkapjes zijn niet in álle openbare binnenruimtes verplicht. Zo speelt geloof een grote rol. Waarom maakt het kabinet een uitzondering op de plicht voor religieuze bijeenkomsten?

Studenten die nog colleges volgen op de faculteit kennen het wel; meteen een mondkapje op moeten doen als je het gebouw van de universiteit betreedt, als je eenmaal zit mag het even af. In principe geldt deze verplichting in alle openbare binnenruimtes. Op de site van de overheid staat dan ook:

“Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, wil het kabinet het dragen van een mondkapje in onder andere winkels, musea, restaurants en theaters vanaf 1 december verplichten. Ook in het onderwijs moeten mensen dan een mondkapje gaan dragen. Voor contactberoepen geldt de regel zowel voor de klant als de professional, zoals de kapper of de rij-instructeur.”

Is dit wel eerlijk?

Het kabinet heeft dus besloten om een uitzondering te maken voor gebedshuizen en voor religieuze bijeenkomsten. In de kerk riskeer je dan ook geen boete voor het niet dragen van een mondkapje, in een overheidsgebouw weer wel. Over deze uitzondering van de plicht is veel ophef geweest, want: is dit wel eerlijk? Zo schoof programmamaker Tim Hofman bij OP1 aan tafel om over de discriminerende werking van deze uitzondering het gesprek aan te gaan, met Gert-Jan Segers (ChristenUnie). Segers geeft aan de de uitzondering is gebaseerd op wat van fundamenteel belang is voor de samenleving. Godsdienstvrijheid, zoals in art. 6 GrondWet staat, behoort daar nou eenmaal bij. Wellicht is het probleem dat iedereen iets anders verstaat onder het woord ‘fundamenteel belang’. Voor iedereen betekent dit namelijk iets ander, stelt Hofman.

Het kabinet heeft deze uitzondering dus gebaseerd op art. 6 van de GrondWet. Hierin staat dat iedereen vrij moet zijn geloofsovertuiging individueel of in gemeenschap te kunnen belijden. De vrijheid om dit te uiten zoals iemand wenst, wordt van dusdanig groot belang geacht, dat sommige nationaal geldende regels niet van toepassing zijn. De uitoefening van dit recht mag worden ingeperkt als het van belang is voor de gezondheid, staat in (art. 6 GrondWet) lid 2, mits het gaat om uitoefening van geloof buiten gebouwen. Binnen de muren van een kerkgebouw mag niet worden ingegrepen, daarbuiten wel.

Of het uitoefenen van geloof nou daadwerkelijk wordt belemmerd door het dragen van een mondkapje en of deze uitzondering eerlijk is, daar valt over te twisten.

 

 

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven