Advocaten en koffers vol cash

Een cliënt brengt koffers vol cash naar een advocatenkantoor. De advocaten beginnen een inkeerprocedure. Toch worden zij tuchtrechtelijk aangepakt. Terecht?
Advocaten en koffers vol cash

De meeste tuchtrechtelijke uitspraken in advocatenzaken zijn een herhalingsoefening; advocaat heeft slecht werk geleverd, een klacht van de wederpartij in een echtscheidingszaak of een probleem met de declaratie. De advocaat wordt zwaar gestraft als hij niet integer heeft gehandeld. Een waarschuwing of een berisping volgt bij een ongelukkig bedrijfsongeval. Waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Zo scannen wij met regelmaat de nieuwe jurisprudentie: feiten worden getoetst aan standaardoverwegingen uit vaste rechtspraak. De gedragsregels, de Verordening op de advocatuur en de Advocatenwet zijn een overzichtelijk geheel. Veel uitspraken lijken op elkaar.

Af en toe valt het oog op iets bijzonders. Dit keer de zaak tegen twee Groningse advocaten van een gerenommeerd kantoor. Zij krijgen er van het Hof van Discipline, die de zaak ook wel atypisch vond, wel heel stevig van langs: de advocaten hebben de bijl aan de wortel van het instituut van de derdenrekening gelegd en de kernwaarde (financiële) integriteit geschonden (ECLI:NL:TAHVD:2020:264). Een gedeeltelijk voorwaardelijke schorsing volgde.

Een overleden vader heeft kort vóór zijn overlijden een miljoen euro van een bankrekening op naam van een vriendin gehaald en in twee koffers gestopt. Die koffers worden gevonden door een huisgenoot. Zij gaat ermee naar de advocaten in kwestie. Na intern overleg en overleg met de bank wordt het geld op de derdenrekening van het kantoor gestort. Er wordt een depotovereenkomst gemaakt in afwachting van de uitkomst van een inkeerprocedure. Het geld kwam kennelijk niet helemaal onverwacht, want vóór het overlijden had de vader aan de advocaten gevraagd om ervoor te zorgen dat het geld gefiscaliseerd zou worden. Een van de advocaten deed netjes een Wwft-melding.

Het eerste verwijt is dat de advocaten in strijd met artikel 6:27 Voda geen overleg met de deken hebben gevoerd. Het ging tenslotte om méér dan 5.000 euro in contanten. In dit geval ontving de Stichting Derdengelden de contanten, niet het advocatenkantoor zelf. Art. 6:27 Voda, noch de bepalingen in paragraaf 6.5.2 van de Voda die over derdengelden handelen, geven een verplichting tot overleg met de deken in dit geval. Het hof oordeelde daarover dus voor het eerst. En overleg ware beter geweest. Na deze uitspraak weten we allemaal dat bij contant geld op de derdenrekening ook overleg met de deken moet worden gevoerd.

Het hof van discipline is verder van mening dat de advocaten over deze transactie zelf ook overleg met de deken hadden moeten voeren. Dat had natuurlijk gekund, maar dat staat nergens voorgeschreven. Er werd een Wwft-melding gedaan. Daarmee werd de transactie bekend bij fiscale en justitiële autoriteiten. Overigens is het de vraag wat er uit het overleg met de deken zou zijn gekomen. Het betrof een lastige situatie, waarin het niet mogelijk was om het geld op een rekening te krijgen. De enige optie was storting op de derdengeldrekening in afwachting van de uitkomst van de inkeerzaak. Daar lijkt volledige transparantie over het zwarte geld jegens de fiscus te zijn betracht.

Het hof stelt dat er ook voor had kunnen worden gekozen om de huisgenoot een rekening te laten open en het geld daarop te laten storten. Mocht de bank dat niet accepteren, dan zou een kort geding om daartoe te dwingen aangewezen zijn geweest. Alles goed en wel, maar de praktijk is toch echt wel anders. Banken accepteren dat al jaren niet meer. Zie de stroom aan jurisprudentie die gaat over banken die de bankrelatie prompt opzeggen als een cliënt of zijn geld een beetje ingewikkeld zijn. Ook het bewaren van het geld in een bankkluis is niet meer van deze tijd. Banken voorzien niet meer in bankkluizen, zeker niet in bankkluizen waar twee koffers met cash in bewaard moeten worden.

Derdenrekeningen zijn vreselijk. Je kunt je er snel aan branden. In de opzet hebben deze advocaten, die aan de slag gingen met een complexe inkeerprocedure, naar ons oordeel dat – toegegeven − slechts gebaseerd is op lezing van de uitspraken van Raad en Hof, integer gehandeld. Sommige zaken moet je niet aannemen, maar het is goed te begrijpen dat deze advocaten de huisgenoot met die koffers geld niet in de steek konden laten.

Het tweede deel van de uitspraak gaat over de betalingen die met dit geld gedaan zijn. Betaling van de eigen facturen en twee betalingen aan derden. Daar wordt het wat ingewikkeld. De inkeerzaak was nog niet afgerond, zodat de rechthebbende nog niet bekend was. In die betalingen lijkt het hof het zwaartepunt van het verwijt te leggen. Maar om al het handelen van de advocaten dan “bijzonder kwalijk en verwerpelijk” te noemen, zoals het hof doet, daar willen wij toch niet in meegaan.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven