Twee boeken in één week uitbrengen, hoe kan dat?
“Het was een leuk toeval dat ze tegelijk af waren. Beide projecten liepen al een aantal jaren, met enige vertraging vanwege mijn periode als leraar Duits. De laatste maanden waren wel erg intensief: drukproeven corrigeren, overleg met uitgevers en medeauteurs, en nu nog een beetje reclame maken…”
Samen met Arie-Jan Kwak schreef u het boek De integere rechter. Ethiek en praktijk van het rechterlijk beroep. Tegen welke ethische kwesties loopt een rechter in Nederland zoal aan?
“Bijvoorbeeld de vraag wanneer je moet beslissen dat je een zaak niet kunt behandelen: als je zus een partij is, dan is het makkelijk. Maar als je neef gehoord is in het onderzoek, of als je buurvrouw aandelen heeft in een procederend bedrijf? En wanneer je zelf een uitgeverij hebt gehad en het wereldje goed kent, ben je dan bij uitstek geschikt om een zaak tussen een uitgever en een drukker te behandelen, omdat je hun problemen meteen begrijpt, of wek je dan bij de drukker juist de schijn van vooringenomenheid? Dan is het niet direct duidelijk. Ook hoe een rechter zich in haar privéleven gedraagt kan relevant zijn: kan een rechter bijvoorbeeld zangeres in een metalband zijn? Maar ook de uitspraak in een zaak is een ethische kwestie, en nooit een louter juridisch-technische, want hij behelst altijd een keuze, hoe zeer die ook juridisch voor de hand lijkt te liggen. Het belangrijkste is een open mind te houden en bij twijfel te overleggen met collega’s. Daarvoor is dan wel een cultuur van openheid en bespreekbaarheid nodig.”
Voormalig CDA-Kamerlid Chris van Dam zegde eerder dit jaar zijn partijlidmaatschap op alvorens rechter te worden. Is dat verstandig?
“Hij wilde zich waarschijnlijk publiekelijk distantiëren van partijpolitiek, en zijn onafhankelijkheid als rechter benadrukken. Dat is begrijpelijk, maar het is ook een geste voor de bühne, want hij is niet opeens politiek neutraal geworden. Maar als rechter is hij dat wel, zoals elke rechter, partijlid of niet, privé-opvattingen opzij kan zetten bij de behandeling van een zaak. Zo is een streng-gereformeerde rechter prima in staat om onpartijdig een zaak van een lesbisch ouderpaar te behandelen.”
Onder uw redactie verscheen onlangs het boek Supreme Courts Under Nazi Occupation, over de werkzaamheden van hooggerechtshoven in de door nazi-Duitsland bezette democratieën. Wat zijn de belangrijkste parallellen in de wijzen waarop de gerechten met de situatie omgingen?
“Dat ze bijna allemaal bleven doorwerken en er het beste van probeerden te maken in het belang van de rechtshandhaving en -bescherming. Hoewel die keuze door buitenstaanders vaak bekritiseerd werd, zagen veel rechters het juist als hun goed-vaderlandse plicht om de rechtspraak in veilige handen te houden, terwijl de wetgeving en het bestuur in belangrijke mate door de Duitse bezetter werden beheerst. Een probleem was, dat rechters besmet werden met het imago van de vijand. Hun functioneren was ambivalent: van belang voor de bevolking, maar ook voor de bezetter. Alleen wilden burgers vaak meer dan de alledaagse rechtspleging: ze hadden behoefte aan een duidelijk protestsignaal tegen de bezetter. De Noorse Høyesterett gaf dat signaal door af te treden, en hun ambivalente imago draaide op slag om naar heldenstatus.”
De twee publicaties lijken op het eerste gezicht heel verschillend. Zijn er raakvlakken?
“Zeker: ik houd mij als rechtsfilosoof en jurist vooral bezig met rechters en rechtspraak. Wat mij interesseert, is hoe de betekenis van recht en rechtspraak, in individuele gevallen en in het algemeen, verschilt tussen normale en uitzonderlijke omstandigheden.”
Tussen uw docentschappen in het juridische onderwijs door bent u leraar Duits geweest. Hoe is dat bevallen?
“Uitstekend! Lesgeven op de middelbare school, in mijn geval het Titus Brandsmalyceum te Oss, is een prachtig en veeleisend vak, dat elke dag voldoening schenkt. Maar het is niet te combineren met publiceren in een ander vakgebied, zelfs niet als je vier dagen werkt. Vandaar dat ik weer teruggekeerd ben naar de academie.”
Wat is uw drijfveer als jurist?
“Bijdragen aan de kwaliteit van (het begrip van) recht en rechtspraak.”
Welk boek (buiten uw eigen oeuvre) las u het laatst?
“The Dawn of Everything door David Graeber en David Wengrow. Dat nuanceert de lineaire, rationele en schematische voorstelling van de ontwikkeling van menselijke samenlevingen. En het laat ook zien dat er geen rechte lijn loopt van de ‘uitvinding’ van de landbouw naar de hiërarchische, bureaucratische en gejuridiseerde samenlevingen van tegenwoordig. Een aanrader!”
Als u het voor het zeggen had…
“… dan werd het hoger beroep in bestuursrechtzaken voortaan door de gerechtshoven behandeld, en cassatie door de Hoge Raad. Dat zou de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de rechtsgang bevorderen en de kans op schendingen van het recht op een eerlijk proces verminderen.”