Kindervaccinaties dan toch verplichten?

Delen:

beeld: Depositphotos

Steeds meer ouders in Nederland kiezen ervoor om hun kinderen niet in te enten. Omdat de overheid niet snel genoeg ingrijpt, kiest kinderdagverblijf Berend Botje in Edam ervoor om kinderen die niet ingeënt zijn te weigeren. Welke rechten kunnen er een rol spelen bij kindervaccinaties?

Vanaf 1 juli aanstaande gaat kinderdagverblijf Berend Botje in Edam kinderen weigeren die niet ingeënt zijn. Het kinderdagverblijf doet dit om besmetting bij kinderen van jonger dan veertien maanden te voorkomen. Voor veel vaccinaties geldt dat een kind ouder dan veertien maanden moet zijn om te kunnen vaccineren. Het kinderdagverblijf werkt met verschillende groepen waardoor de leeftijd van de kinderen binnen de groep varieert. Als een kind van jonger dan veertien maanden wordt besmet door een ouder kind dat niet is ingeënt, zijn de gevolgen niet te overzien.

Al langer wordt gepleit voor een verplichting tot vaccineren – men wil af van de vrijwillige basis. Een aantal rechten waar voor- en tegenstanders van vaccineren op leunen, botsen met elkaar.

De anti-vaccinatieouder

Deze ouder heeft op grond van artikel 6 van de Grondwet alle vrijheid om zijn kind wel of niet te laten inenten. Dit recht wordt versterkt door het feit dat het vaccineren in Nederland plaatsvindt op vrijwillige basis. Kindervaccinaties zijn dus niet verplicht. Vanwege een levensovertuiging of religie kan de ouder er voor kiezen om het kind niet te laten inenten. Tevens beroept deze ouder zich op de grondwettelijke integriteit van het menselijk lichaam die is neergelegd in artikel 11. Deze integriteit houdt in dat het lichaam van het kindje onaantastbaar is en dat alleen de ouders kunnen beslissen of er gevaccineerd wordt of niet.  Omdat de baby nog te klein is om deze keuze te maken, kan de ouder op basis van dit artikel ervoor kiezen om het kindje niet te laten inenten.

Voorstanders van vaccineren

Voorstanders van vaccineren roepen de overheid op om in actie te komen omdat ziektes als bijvoorbeeld de mazelen, ineens weer uitbreken. Deze ouders vinden het dan ook van belang dat er iets gedaan wordt aan het feit dat niet ieder kind is ingeënt. Op grond van artikel 22 van de Grondwet kun je aanvoeren dat kindervaccinaties verplicht moeten worden. Dit artikel geeft een grondwettelijke bevoegdheid voor de overheid om de volksgezondheid te beschermen d.m.v. gepaste maatregelen. Met uitbraak van de mazelen komt deze volksgezondheid in het geding. Met een verplichting tot vaccineren is zo’n uitbraak niet langer aan de orde. Daarnaast staat er in de artikelen 6 lid 1 van de Grondwet het stukje: “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Dit geeft de overheid een wettelijke mogelijkheid. Als op grond van de wet het vaccineren wordt vastgelegd neemt de anti-vaccinatieouder de verantwoordelijkheid waarvan voorstanders willen dat deze genomen wordt.

En nu?

Vraag blijft in hoeverre de overheid mag optreden in dit geval. Verschillende rechten moeten tegen elkaar worden afgewogen. Ook moet er goed bekeken worden welke (grond)rechten in het geval van een verplichting tot vaccinaties zwaarder wegen. Een tussenoplossing kan zijn dat er een vaccinatieplicht geldt als de vaccinatiegraad onder een bepaald percentage gedaald is. Afgelopen oktober 2018 heeft D66 een wetsvoorstel ingediend om te regelen dat kinderdagverblijven niet ingeënte kinderen mogen weigeren. Of er daadwerkelijk geweigerd mag worden valt nog te bezien.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven