Oude wijn in moderne vaten

Bij de modernisering van het Wetboek van Strafvordering bestaat ook aandacht voor het stelsel van de voorlopige hechtenis. Veel van wat de wetgever daar beoogt te veranderen, sluit aan bij de fundamentele kritiek die al decennia vanuit de praktijk op de toepassing van de voorlopige hechtenis wordt geuit.
beeld: Depositphotos

De modernisering van het Wetboek van Strafvordering wordt in deze periode behandeld in de Tweede Kamer. Er is al veel geschreven en inmiddels dringt door dat de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek op 1 april 2029 aanstaande is. Voor een ieder die werkzaam is in de strafrechtrechtspleging is het zaak in de tussentijd grip te krijgen op alle nieuwigheden die in het strafprocesrecht worden doorgevoerd. Een van de onderdelen waar onvermijdelijk een verbeterslag kan worden gemaakt, betreft de voorlopige hechtenis. Opmerkelijk genoeg is met de huidige wettelijke regeling niet eens zoveel mis. Het is vooral de praktijk die weerbarstig is, met als gevolg een hoog percentage ‘voorlopig gehechten’ in de detentiepopulatie, wat weer bijdraagt aan de overvolle gevangenissen en tal van andere problemen. Zelfs een paar ferme tikken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben niet echt een omslag in die brede praktijk van de voorlopige hechtenis kunnen bewerkstelligen. De Nederlandse strafrechter behoeft meer motivatie om meer te motiveren en na te denken over alternatieven voor het voortijdig vastzitten.

Het nieuwe wettelijke systeem zal ten aanzien van de verdenkingsgraad, de gevallen en de gronden nagenoeg hetzelfde blijven. Vanuit de wetenschap en de strafrechtspraktijk zijn overigens goede suggesties gedaan om toch aanpassingen door te voeren die bestaan in een duidelijker omschrijving van een begrip als ‘ernstige bezwaren’ of van de gronden. De kritiek op de toepassing van de voorlopige hechtenis leidde ook tot een aangenomen amendement van Kamerlid Sneller (D66) dat het bevel voorlopige hechtenis nauwkeurige omschrijvingen dient te bevatten wat het strafbare feit is, op welke feiten en omstandigheden de ernstige bezwaren tegen de verdachte zijn gegrond en wat diens gedragingen en persoonlijke omstandigheden zijn, uit welke omschrijving dient te volgen dat de voorlopige hechtenis noodzakelijk zou zijn. Dit amendement is saillant omdat in art. 2.5.21 NSv de motiveringsverplichting voor de rechter nog niet was aangepast. Tot dan toe was de belangrijkste wijziging in het moderniseren van de voorlopige hechtenis het opnemen van de wettelijke verplichting voor de strafrechter na te gaan of de tenuitvoerlegging van de door hem bevolen voorlopige hechtenis kan worden geschorst (art. 2.5.31 NSv). De rechter wordt derhalve verplicht om alternatieven voor voorlopige hechtenis te overwegen, eveneens met als mogelijk gevolg een betere motivering. Het is opnieuw een signaal naar de praktijk dat ‘het anders moet’.

Recent is ook een cassatie in het belang der wet ingesteld bij de Hoge Raad die ziet op de ruime toepassing van de voorlopige hechtenis, maar dan in geval van de opheffing van een langdurige schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak, enkel en alleen omdat in het vonnis een gevangenisstraf wordt opgelegd. Mede refererend aan de modernisering staat AG Van Wees in zijn conclusie uitgebreid stil bij de vraag hoe de zittingsrechter met een dergelijke opheffingskwestie zou moeten omgaan. Een veroordelend vonnis is bijvoorbeeld in de wet niet als zelfstandige grond voor de opheffing van de schorsing genoemd. Wat de AG betreft kan die schorsing dan ook niet zomaar worden opgeheven, maar dient daartoe noodzaak te bestaan en dient de beslissing het resultaat te zijn van een zorgvuldige afweging tussen de belangen van strafvordering en de individuele belangen van de verdachte. De AG stelt zowel een hoorplicht (van de verdachte) als een motiveringsplicht voor, als gevolg waarvan de zittingsrechter een eventuele opheffing uitdrukkelijk aan de orde dient te stellen tijdens de zitting. De modernisering inspireert zo de strafrechtspraktijk te zoeken naar alternatieven en beter te motiveren wat de noodzaak van het vastzitten is. Het is een strijd die inmiddels eerder als traditioneel dan als modern heeft te gelden, maar misschien dat het vat van de modernisering de oude wijn beter laat smaken.

 

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Ook interessant:

Scroll naar boven