Weer oneerlijke bedingen en huurprijsverhoging vrije sectorwoningen mogelijk langer aan banden

De Richtlijn Oneerlijke Bedingen blijft een hot topic. Daar waar de afgelopen maanden diverse (Amsterdamse) kantonrechters bedingen in huurovereenkomsten enkel vernietigden (wegens strijd met de Richtlijn), waaide er deze herfst in Amsterdam een enigszins andere wind. Verder is de verlenging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten in internetconsultatie gegaan.
beeld: Depositphotos

Als een beding in woonruimtehuurovereenkomsten oneerlijk is bevonden in de zin van de Richtlijn Oneerlijke Bedingen wordt dat beding in beginsel vernietigd (zie daarover onze Snelrechtbijdragen van 25 mei en 26 september jl.). De Amsterdamse kantonrechter oordeelde op 26 september jl. dat het goed huurderschap (in de zin van artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek) onder omstandigheden meebrengt dat de huurder een aanbod van de verhuurder tot schrapping of vervanging van het oneerlijke beding behoort te aanvaarden. Daarmee wordt namelijk het doel van de richtlijn bereikt: verwijdering van oneerlijke bedingen uit overeenkomsten ter bescherming van de consument. Als deze uitspraak stand houdt, kan deze verhuurders mogelijk een oplossing bieden bij het verwijderen van oneerlijke bedingen uit lopende huurovereenkomsten. 

Prejudiciële vragen

De kantonrechter in Amsterdam heeft daarnaast, in twee tussenuitspraken van 5 oktober 2023, het voornemen geuit om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. In de ene tussenuitspraak zijn de vragen gericht op verstekprocedures; in de andere op procedures op tegenspraak. Voor het overige zijn de voorgenomen vragen inhoudelijk identiek. De stand van zaken is nu dat eerst de procespartijen zich mogen uitlaten over de vragen. Daarna beslist de kantonrechter of en zo ja, welke vragen worden gesteld. Te meer nu de ‘oneerlijkheid van huurprijswijzigingsbedingen’ en de gevolgen die dit meebrengt de gemoederen bij verhuurders en huurders behoorlijk bezighoudt, is het in ieder geval een positieve ontwikkeling dat het ernaar uitziet dat de Hoge Raad zich hierover mag uitlaten.

Internetconsultatie

Tot en met 30 april 2024 mogen verhuurders van vrijesectorwoningen beperkt huurprijzen verhogen (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten). Kort gezegd, regelt deze wet dat huurprijzen van geliberaliseerde woonruimte tot 1 mei 2024 jaarlijks maximaal kunnen worden verhoogd met (i) het CBS-indexcijfer + 1% of (ii) het CAO-loonindexcijfer + 1%. Minister De Jonge kondigde eerder dit jaar al aan dat hij de wet met drie jaar wilde verlengen. Van 9 oktober jl. tot 6 november 2023 is deze verlenging voorgelegd in een internetconsultatie

De voorgestelde wijziging van de wet houdt in kern in dat (i) deze wordt verlengd tot 1 mei 2027, (ii) de maximale verhoging van huurprijzen van geliberaliseerde woonruimte gelijk is aan (enkel) het CAO-loonindexcijfer + 1% en (iii) de gemeente handhavingsbevoegdheden krijgt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven